Orléans is na Tours de grootste stad in de Loirevallei. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met die van Jeanne d'Arc, de maagd van Orléans. Zij was nog geen twintig jaar toen ze, 600 jaar geleden, stierf op de brandstapel. Jeanne d’Arc, de patroonheilige van Frankrijk, bevrijdde de stad van de Engelsen. Het is een levendige handelsstad en een goede uitvalsbasis voor excursies naar de kastelen in de Loire. Deze rivier snijdt Orléans in twee. De stad kreeg ook het label 'Villes et Pays d'art et d'histoire'; niet verwonderlijk als u het aantal historische gebouwen ziet die de stad rijk is.

In Orléans kunt u ook gaan shoppen, bijvoorbeeld in een van de winkels die u terugvindt in de rue Jeanne d’Arc. U kunt ook eens gaan snuisteren in een van de vijftig winkeltjes in de overdekte Halles Châtelet. Hier vindt u van allerelei soorten winkels, van voedingswinkels tot kleding- en geschenkboetiekjes. Orléans en omgeving zijn ook rijk aan parken en tuinen, die uitnodigen tot een wandeling langs de vele opmerkelijke bomen. Deze prachtige tuinen zijn in al hun diversiteit tevens een voorbeeld van botanische kennis van Orléans en zijn omgeving.

Bezoek zeker de cathédrale Sainte-Croix, een van de oudste en grootste kathedralen van Frankrijk. Het classicistische plein, Place du Martroi, is hét centrale plein van Orléans. Het plein is de ontmoetingsplaats van de drie grote straten die de stad kruisen, de rue Bannier, de rue de la République en de rue Royale. Vroeger lag dit plein meer aan de rand van de stad, en deed het dienst als executieplaats voor veroordeelden en als graanmarkt. Vandaag ligt de open plaats helemaal in het centrum van de stad, Vieil Orléans. Er zijn nog steeds vestingen van de stadsmuur, de Porte Bannier, te zien. Temidden van het plein staat een ruiterbeeld van 'la Pucelle' Jeanne d'Arc. Het beeld staat er sinds 1855 en is een werk van de kunstenaar Foyatier.

Andere bezienswaardigheden in Orléans zijn het Parc Floral, de groene zone met een zee van bloemen die u vanaf april kunt bewonderen, en het Musée Historique et Archéologique, met onder meer Keltische beelden en verwijzingen naar Jeanne d’Arc.

Orléans is met de wagen gemakkelijk bereikbaar; u neemt vanuit het Parijs de autosnelweg A10. U kunt met de wagen tot in de stad rijden, of u kunt hem aan de stadsrand laten staan en daar een bus of tram nemen. De stad is ook gemakkelijk bereikbaar met de trein. Er zijn twee treinstations: Gare Orléans Centre in het stadscentrum, en Gare Fleury-les-Aubrains in het noorden. Ze zijn onderling bereikbaar met de metro. U kunt eventueel ook met het vliegtuig komen; boek een vlucht naar het vliegveld van Saint Denis de l'Hôtel.

In de stad en omgeving kunt u gebruik maken van een van de 32 buslijnen en 2 tramlijnen. Het stadsbestuur heeft de stad fiets- en voetgangersvriendelijk gemaakt door de aanleg van fiets- en wandelpaden en de verhuur van fietsen. U kunt fietsen afhalen in een van de 33 afhaalstations.